De afgelopen weken groeit de communicatie met de dag. Zeker op vakantie heeft Anton heel veel gehoord, gezien en geleerd. Laatst heb ik een lijst gemaakt van woorden die Anton zelf kan zeggen middels een geluid of gebaar. Het is een lijst van bijna 70 woorden geworden. Zo vertelt hij nu bijvoorbeeld aan papa dat mama thee aan het drinken is (woord "mama" + gebaar "drinken" + gebaar "heet"). Of hij zegt dat onze kat gaat eten ("gebaar" poes" + geluidje "eten"). Zijn favoriete nieuwe spelletje is voorwerpen verstoppen. Dan verstopt hij bijvoorbeeld een autootje, gebaart "waar is" en zegt "auto" (too). Vervolgens moet jij zeggen "waar is de auto?", waarop hij hem triomfantelijk weer tevoorschijn haalt en zegt "daa". Dit spelletje herhaalt zich en herhaalt zich en herhaalt zich en we hebben de grootste lol.
In de vakantie zijn we naar de dierentuin geweest. Toen we bij de ijsberen stonden gebaarde Anton "boek" en "beer", want hij heeft een boek over ijsberen. En als we hem nu deze foto laten zien van het schildpaddenverblijf, gebaart hij "schildpad", zonder dat er op de foto een schildpad te zien is.
Jaaaa, we zijn wel trots op ons mannetje hoor :) En we zijn ontzettend blij met het boekje over babytaal, dat ons geinspireerd heeft om gebaren te gebruiken in de taalontwikkeling. Eigenlijk zou iedereen dat moeten doen, want we kunnen nu al heel veel communiceren zonder dat er nog echte woorden aan te pas komen. En dat is gewoon ontzettend leuk!
Showing posts with label babytaal. Show all posts
Showing posts with label babytaal. Show all posts
Friday, August 17, 2012
Tuesday, June 19, 2012
Babytaal

Het principe is simpel. Ik leg het altijd als volgt uit: Een kindje leert zwaaien, dit betekent "dag". Niemand die daar verder bij nadenkt, dat leert een kind gewoon op een gegeven moment. Maar waarom zou je daar niet op voortborduren, en je kindje nog meer gebaren leren die handig zijn?
Wij vonden het een interessant iets, en worden er eigenlijk steeds enthousiaster over. We zijn er niet heel consequent mee, moet ik eerlijk toegeven, dus misschien valt er nog wel veel meer uit te halen dan wat we tot nu toe bereikt hebben.
Anton snapt al heel erg veel gesproken taal. Zelf gebruikt hij nog maar weinig echte woorden. In zijn ontwikkeling kwam de motoriek eerst en dan zie je vaak dat de spraak wat later op gang komt (bij sommige kindjes gaat het andersom). Doordat wij de taal nu af en toe met een gebaar ondersteunen, hopen we dat hij dit gebaar oppikt en "terug kan praten". Zo heeft hij laatst geleerd om te vragen om meer. Meer drinken, meer eten, meer boekjes lezen, meer wat dan ook. Hij tikt met een vinger op de handpalm van z'n andere hand om dit aan te geven en is dolenthousiast als wij zijn gebaar verwoorden en dus doorheeft dat we hem begrijpen. Dit is het eerste echt handige babygebaar dat hij heeft geleerd. Maar het voorkomt (nog) niet altijd frustratie, want soms wil hij meer, maar hebben we geen idee waarvan hij meer wil. Daarvoor zou hij twee gebaren moeten combineren (bijvoorbeeld: meer + drinken) en dat is nog een stapje te ver.
Daarnaast kan hij inmiddels een heleboel dieren "benoemen" middels een geluidje of een gebaar. Het idee van babygebaren is dus niet alleen handig, maar vooral ook heel leuk. Want ik weet niet of er al veel kinderen zijn die met 16 maanden al in een dierenboekje naast huis- en boerderijdieren ook de spin, het nijlpaard, de aap en de slak kunnen "benoemen". Ja, we zijn trots op ons kleine kereltje. En dat is volgens het boek nog een voordeel: het laat zien hoe knap je kindje is.
Mensen die voor het eerst over babytaal horen, denken vaak dat het de spraakontwikkeling in de weg staat en dat een kind misschien juist later gaat praten omdat hij ook al met gebaren kan communiceren. Niets is minder waar, leggen de schrijvers uit. Zie het zoals kruipen staat tot lopen. Als een kindje eenmaal heeft leren lopen, zal hij niet veel meer kruipen, omdat lopen een veel grotere vrijheid biedt. Zo geeft gesproken taal veel meer mogelijkheden dan gebarentaal. De ontwikkelaars van deze methode zijn al 20 jaar bezig met deze gebarentaal en hebben er een langlopende studie van gemaakt waarin ze gezinnen en hun kinderen volgen en de spraakontwikkeling vergelijken met kinderen die zonder gebaren hebben leren praten. Hun conclusie is dat het gebruik van babygebaren de ontwikkeling van zowel taalvaardigheid als begripsvermogen bevordert.
Nog een paar leuke voorbeeldjes uit ons dagelijkse leven:
- Ik sta met de buurman te kletsen. De buurman kijkt naar Anton. Anton wijst met z'n ene wijsvinger richting de tuin en strijkt met z'n andere wijsvinger over zijn wang. "Kijk buurman, daar in de tuin zit Pietje, onze kat". (het gebaar voor kat is snorharen tekenen op je wang)
- We zitten aan tafel te eten. De keukendeur staat open en buiten fluit een vogel. Anton begint met z'n armen te zwaaien. Hij heeft de vogel gehoord!
- We lezen een boekje. Achter een deurtje zit een koe verstopt. "Boe" zegt Anton als hij de koe ziet. Daarna wrijft hij twee wijsvingers tegen elkaar aan. "Ja, er zit ook een spin!"
Subscribe to:
Posts (Atom)