Tuesday, June 19, 2012

Babytaal

Hoe communiceer je met een kindje dat nog niet kan praten? In het boek "Babytaal" van Linda Acredolo en Susan Goodwyn wordt een methode beschreven waarmee je je kindje vanaf 9 maanden gebarentaal kunt aanleren, waarmee je kindje al voordat hij kan praten leert te communiceren. Volgens deze methode zorgen babygebaren voor minder frustratie, zet het intellectuele en emotionele groei eerder in gang en leert je kindje uiteindelijk eerder praten. Klinkt allemaal erg leuk, maar werkt het ook?
Het principe is simpel. Ik leg het altijd als volgt uit: Een kindje leert zwaaien, dit betekent "dag". Niemand die daar verder bij nadenkt, dat leert een kind gewoon op een gegeven moment. Maar waarom zou je daar niet op voortborduren, en je kindje nog meer gebaren leren die handig zijn? 

Wij vonden het een interessant iets, en worden er eigenlijk steeds enthousiaster over. We zijn er niet heel consequent mee, moet ik eerlijk toegeven, dus misschien valt er nog wel veel meer uit te halen dan wat we tot nu toe bereikt hebben.
Anton snapt al heel erg veel gesproken taal. Zelf gebruikt hij nog maar weinig echte woorden. In zijn ontwikkeling kwam de motoriek eerst en dan zie je vaak dat de spraak wat later op gang komt (bij sommige kindjes gaat het andersom). Doordat wij de taal nu af en toe met een gebaar ondersteunen, hopen we dat hij dit gebaar oppikt en "terug kan praten". Zo heeft hij laatst geleerd om te vragen om meer. Meer drinken, meer eten, meer boekjes lezen, meer wat dan ook. Hij tikt met een vinger op de handpalm van z'n andere hand om dit aan te geven en is dolenthousiast als wij zijn gebaar verwoorden en dus doorheeft dat we hem begrijpen. Dit is het eerste echt handige babygebaar dat hij heeft geleerd. Maar het voorkomt (nog) niet altijd frustratie, want soms wil hij meer, maar hebben we geen idee waarvan hij meer wil. Daarvoor zou hij twee gebaren moeten combineren (bijvoorbeeld: meer + drinken) en dat is nog een stapje te ver.

Daarnaast kan hij inmiddels een heleboel dieren "benoemen" middels een geluidje of een gebaar. Het idee van babygebaren is dus niet alleen handig, maar vooral ook heel leuk. Want ik weet niet of er al veel kinderen zijn die met 16 maanden al in een dierenboekje naast huis- en boerderijdieren ook de spin, het nijlpaard, de aap en de slak kunnen "benoemen". Ja, we zijn trots op ons kleine kereltje. En dat is volgens het boek nog een voordeel: het laat zien hoe knap je kindje is.

Mensen die voor het eerst over babytaal horen, denken vaak dat het de spraakontwikkeling in de weg staat en dat een kind misschien juist later gaat praten omdat hij ook al met gebaren kan communiceren. Niets is minder waar, leggen de schrijvers uit. Zie het zoals kruipen staat tot lopen. Als een kindje eenmaal heeft leren lopen, zal hij niet veel meer kruipen, omdat lopen een veel grotere vrijheid biedt. Zo geeft gesproken taal veel meer mogelijkheden dan gebarentaal. De ontwikkelaars van deze methode zijn al 20 jaar bezig met deze gebarentaal en hebben er een langlopende studie van gemaakt waarin ze gezinnen en hun kinderen volgen en de spraakontwikkeling vergelijken met kinderen die zonder gebaren hebben leren praten. Hun conclusie is dat het gebruik van babygebaren de ontwikkeling van zowel taalvaardigheid als begripsvermogen bevordert.

Nog een paar leuke voorbeeldjes uit ons dagelijkse leven:
- Ik sta met de buurman te kletsen. De buurman kijkt naar Anton. Anton wijst met z'n ene wijsvinger richting de tuin en strijkt met z'n andere wijsvinger over zijn wang. "Kijk buurman, daar in de tuin zit Pietje, onze kat". (het gebaar voor kat is snorharen tekenen op je wang)
- We zitten aan tafel te eten. De keukendeur staat open en buiten fluit een vogel. Anton begint met z'n armen te zwaaien. Hij heeft de vogel gehoord!
- We lezen een boekje. Achter een deurtje zit een koe verstopt. "Boe" zegt Anton als hij de koe ziet. Daarna wrijft hij twee wijsvingers tegen elkaar aan. "Ja, er zit ook een spin!" 

No comments:

Post a Comment